Meer biodiversiteit in bermen en gazons

Gemeente Someren is vorig jaar begonnen om de natuur dichter naar de kern te brengen. Dit doen we door toegangswegen en grote grasvelden (gedeeltelijk) niet meer als gazon te beheren. De gemeente is actief bezig om de biodiversiteit te verhogen. Een concrete stap hierin is een aangepast maaibeleid. Sinds vorig jaar laten we gras in daarvoor aangewezen gebieden bewust hoger groeien. Door minder vaak te maaien, krijgen andere plantsoorten en wilde bloemen de kans om tussen het gras tot bloei te komen. Dit biedt vervolgens voedsel en schuilplekken aan insecten en vogels.

Locaties

Op plekken zoals toegangswegen naar de kom, wadi’s en grotere gazons voeren we het nieuwe maaibeheer al uit. Alle plekken zijn zorgvuldig uitgekozen zodat er een groene verbindingsstrook door de gemeente ontstaat.

Minder maaien, meer voordelen

Het ontwikkelen van meer kruidenrijke grasvelden heeft veel voordelen. Ze zijn niet alleen goed voor biodiversiteit, maar zorgen ook voor een betere wateropvang, minder CO2-uitstoot en een verfraaiing van de omgeving. Uiteraard blijven we met dit maaibeleid natuurlijk ook letten op de verkeersveiligheid.

Vele inwoners hebben al geholpen om de biodiversiteit te verbeteren door mee te doen aan het succesvolle Bloemenproject. Je kunt ook helpen door minder te maaien. Dit zorgt voor een nog groenere, gevarieerdere en aantrekkelijkere leefomgeving voor de inwoners en lokale diersoorten.

Samen werken we aan een mooier en gevarieerder Someren!

Honden

Met het aangepast maaibeleid is het ook oppassen voor hondenbezitters. In de bermen en natuurgebieden kunnen grasaren groeien. Grasaren bevatten zaden en je ziet deze vooral in de periode van juni tot en met augustus. Voor honden kunnen deze aren gevaarlijk zijn als ze door het wilde gras rennen en snuffelen. De grasaren kunnen in de vacht blijven hangen. Daarnaast komen ze vaak ook in de neus, ogen, oren, mond, keel, slokdarm of tussen de tenen terecht. Het kan dan gaan ontsteken en in het slechtste geval moet het operatief worden verwijderd. Controleer daarom uw hond na elke wandeling op deze plekken om narigheid te voorkomen. Vooral bij honden met middellang en lang haar.

Hoe merkt u dat uw hond last heeft van een grasaar?

  • Neus: de hond niest veel of wrijft met de poot vaak over de neus.
  • Oog: tranende ogen of wrijven in de ogen.
  • Oor: de hond schudt veel met de kop of houdt het hoofd scheef of jankt bij het krabben.
  • Huid: als een grasaar tussen de tenen zit loopt de hond vaak mank of likt veel tussen de tenen.
  • Keel: veel hoesten.

Wat kunt u als hondenbezitter zelf doen?

  1. Loop met de hond niet door ongemaaide gebieden en houd de hond aan de lijn.
  2. Controleer de hond na elke wandeling in hoog gras.
  3. Check de vacht, ogen, oren, poten, neus, huidplooien en keel.
  4. Doe dit na elke wandeling.
  5. Is de grasaar te zien, verwijder deze dan met een pincet.
  6. Ruim hondenpoep netjes op, grasaren groeien goed op hondenmest.

Heeft de hond last van bovengenoemde symptomen, maar vindt u zelf niks? Ga dan met de hond naar de dierenarts.