Detail
Besluit van het dagelijks bestuur van de Omgevingsdienst Zuidoost-Brabant houdende regels omtrent mandaat Mandaatregeling Omgevingsdienst Zuidoost-Brabant
Besluit van het dagelijks bestuur van de Omgevingsdienst Zuidoost-Brabant houdende regels omtrent mandaat Mandaatregeling Omgevingsdienst Zuidoost-Brabant
Het Dagelijks Bestuur van de Omgevingsdienst Zuidoost-Brabant,
Gelet op artikel 3, eerste lid van de Gemeenschappelijke Regeling Omgevingsdienst Zuidoost-Brabant;
Overwegende dat de mandaatregeling van het Dagelijks Bestuur van de Omgevingsdienst Zuidoost-Brabant op 13 maart 2013 is vastgesteld;
Overwegende dat bij besluit van 10 december 2015 deze regeling is gewijzigd in “Mandaatregeling Omgevingsdienst Zuidoost-Brabant versie 1 januari 2016”;
Overwegende dat door organisatorische wijzigingen het wenselijk is om de aangehaalde mandaatregeling te actualiseren;
De bepalingen zoals opgenomen in afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht met betrekking tot mandaat zijn op deze regeling van toepassing.
Artikel 2 Omvang van het mandaat
- 1.
-
2.
Indien de uitoefening van een gemandateerde bevoegdheid betrekking heeft op een rechtshandeling waarbij in het kader van het verrichten van deze rechtshandeling het bestuursorgaan of de Omgevingsdienst Zuidoost-Brabant in en buiten rechte moet worden vertegenwoordigd, is het bepaalde in artikel 18, lid 5 van de Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Zuidoost-Brabant toepassing.
Artikel 3 Beperkingen aan het mandaat
- 1.
- 2.
-
3.
Bij een gerede verwachting dat bij het nemen van een beslissing sprake is van bestuurlijke gevoeligheid of van een substantieel financieel of juridisch afbreukrisico, wordt overleg gevoerd tussen de directeur en verantwoordelijk portefeuillehouder of het bewuste mandaat door de directeur mag worden uitgeoefend.
- 4.
Waar in dit besluit gesproken wordt over het beslissen op aanvragen, verzoeken en dergelijke, omvatten de bevoegdheden niet alleen het nemen van een positieve beslissing maar ook alle daarmee samenhangende en/of opvolgende beslissingen zoals het weigeren, beëindigen, opschorten, niet ten uitvoer leggen, verminderen, bevoorschotten, (ambtshalve) vaststellen, verlengen, verdagen etc.(tenzij uitdrukkelijk anders aangegeven).
Artikel 5 Ondertekeningsmandaat
Het Dagelijks Bestuur verleent een algemeen ondertekeningsmandaat voor besluiten die zij heeft genomen aan de directeur.
Artikel 7 Verbod vaststellen beleidsregels
De gemandateerde is behoudens het geven van aanwijzingen voor het verlenen van ondermandaat niet bevoegd beleidsregels te formuleren voor de gemandateerde bevoegdheden.
-
1.
De directeur wordt bij afwezigheid vervangen door één van de afdelingsmanagers aan te wijzen door de directeur op moment van noodzakelijke vervanging. Indien de directeur onverhoopt niet in staat is om zelf een vervanger aan te wijzen, zal vervanging geschieden zoals opgenomen in de “Vervangingsregeling directeur ODZOB”.
- 2.