Detail

Verordening afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2017

Originele publicatie downloaden:
Link naar originele publicatie:
Type bekendmaking:
Verordeningen
Publicatiedatum:
02.01.2017





Verordening afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2017

 

De raad van de gemeente Someren;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 22 november 2016;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b van de Gemeentewet en artikel 15.33 van de Wet Milieubeheer

b e s l u i t :

vast te stellen de:

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2017.

Hoofdstuk I

Algemene Bepalingen

Artikel 1

Inleidende bepaling

Krachtens deze verordening worden geheven:

a

een afvalstoffenheffing;

b

reinigingsrechten.

Artikel 2

Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

a

container: een vanwege de gemeente uitgezette ophaalbak met een bepaald volume;

b

emmer: een vanwege de gemeente verstrekte emmer met een bepaald volume;

c

gft-afval: groente, fruit- en tuinafval;

d

restafval: huishoudelijk afval niet-zijnde gft-afval en bedrijfsafval dat naar aard, omvang en samenstelling gelijk is te stellen aan huishoudelijk afval niet-zijnde gft-afval;

e

Brabant Water N.V.: naamloze vennootschap Brabant Water, gevestigd te ’s-Hertogenbosch;

f

verbruiksperiode: de periode waarop de afrekening van Brabant Water N.V. voor de levering van water betrekking heeft.

g

Collo: een pakket grof huisvuil van 0,6 x 0,6 x 2,0 meter.

Hoofdstuk II

Afvalstoffenheffing

Artikel 3

Aard van de belasting en belastbaar feit

1

Onder de naam ‘afvalstoffenheffing’ wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer (Stb. 1994, 80).

2

De afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het feitelijk gebruik van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

Artikel 4

Belastingplicht

1

De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente feitelijk gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

2

Voor de toepassing van het eerste lid wordt als gebruiker aangemerkt:

 

A

degene die naar de omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht feitelijk gebruik maakt van het perceel;

 

B

ingeval een gedeelte van een perceel ten gebruike is afgestaan: degene die dat gedeelte ten gebruike heeft afgestaan.

Artikel 5

Maatstaf van heffingen en belastingtarief

De belasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in hoofdstuk 1 van de bij deze verordening behorende tarieventabel.

Hoofdstuk III

Reinigingsrechten

Artikel 6

Belastbaar feit

Onder de naam ‘reinigingsrechten’ worden rechten geheven zowel voor het genot van door het gemeentebestuur verstrekte diensten als voor het gebruik van voor de openbare dienst bestemde gemeentebezittingen, werken of inrichtingen die bij de gemeente in beheer of in onderhoud zijn.

Artikel 7

Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 8

Maatstaf van heffing en belastingtarief

De reinigingsrechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in hoofdstuk 2 van de bij deze verordening behorende tarieventabel.

Hoofdstuk IV

Aanvullende bepalingen

Artikel 9

Belastingtijdvak

1

Het belastingtijdvak is in de gevallen waarin de heffing door middel van afrekeningen van Brabant Water N.V. plaatsvindt de verbruiksperiode zoals die voor de betrokken belastingplichtige voor het desbetreffende belastingobject geldt.

2

In andere gevallen dan in het eerste lid bedoeld is het belastingtijdvak gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 10

Wijze van heffing

1

De belasting en de rechten bedoeld in hoofdstuk 1.1 respectievelijk hoofdstuk 2.1 van de tarieventabel worden geheven bij wege van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving. Deze kan worden gesteld op de afrekening van Brabant Water N.V. Als dagtekening van de kennisgeving geldt in dat geval de dagtekening van de afrekening. Als kennisgeving van voorlopig gevorderde bedragen wordt de voorschotnota aangemerkt of de kennisgeving op andere wijze van betaling van voorschotbedragen.

2

De belasting en de rechten bedoeld in hoofdstuk 1.2 respectievelijk hoofdstuk 2.2 van de tarieventabel worden geheven bij wege van gedagtekende kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld.

Artikel 11

Ontstaan van de belastingschuld bedoeld in de hoofdstukken 1.2 en 2.2 van de tarieventabel

De belasting bedoeld in hoofdstuk 1.2 en de rechten bedoeld in hoofdstuk 2.2 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening.

Artikel 12

Kwijtschelding

Bij de invordering van de afvalstoffenheffingen als bedoeld in hoofdstuk 1, onderdelen 1.1.1 en 1.1.2 van de tarieventabel behorende bij de Verordening afvalstoffenheffing wordt in afwijking van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 het percentage voor de berekening van de kosten van bestaan vastgesteld op 100 procent. Dit percentage is conform de in 2011 vastgestelde leidraad invordering gemeentelijke belastingen gemeente Someren.

Bij de invordering van de afvalstoffenheffing wordt geen kwijtschelding verleend voor dat gedeelte van de aanslagbedragen welke liggen boven het aanslagbedrag van het gemiddeld aantal ledigingen van het inzamelmiddel dat men ter beschikking heeft. Het gemiddeld aantal ledigingen wordt voor 2017 vastgesteld op 7 restcontainers (140 ltr) en 6 gft-containers (140 ltr). Tevens wordt voor het gehele jaar het vastrecht kwijtgescholden. Het berekende kwijtscheldingsbedrag komt voor 2017, inclusief een afronding op hele euro’s naar boven, uit op een bedrag van € 137,00.

Artikel 13

Termijnen en wijze van betaling

1

In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990, moet, ingeval het belastingtijdvak de verbruiksperiode is, het op grond van artikel 10, eerste lid, voorlopig gevorderde bedrag, alsmede het definitief gevorderde bedrag, worden betaald tegelijk met en op dezelfde wijze als die waarop het voorschotbedrag, onderscheidenlijk het definitieve bedrag van afrekening van Brabant Water N.V. moet worden betaald.

2

In andere gevallen dan bedoeld in het eerste lid moet het voorlopig gevorderde bedrag, alsmede het definitief gevorderde bedrag, worden betaald op het moment van het uitreiken van de kennisgeving dan wel ingeval van toezending daarvan uiterlijk op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van de kennisgeving is vermeld.

3

De afvalstoffenheffing respectievelijk de reinigingsrechten moeten worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 10, tweede lid:

 

A

mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

 

B

schriftelijk wordt gedaan, op het moment van het uitreiken van de kennisgeving dan wel ingeval van toezending daarvan, binnen veertien dagen na de dagtekening van de kennisgeving.

4

De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 14

Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de afvalstoffenheffing en reinigingsrechten.

Artikel 15

Inwerkingtreding en citeertitel

1

De ‘Verordening afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2016, vastgesteld bij raadsbesluit van 16 december 2015, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

2

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2017.

3

De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2017.

4

Indien het belastingtijdvak een verbruiksperiode is en deze niet gelijk is aan het kalenderjaar, vangt in afwijking in zoverre van artikel 10, eerste lid, het eerste belastingtijdvak waarvoor deze verordening geldt aan op 1 januari 2017 en eindigt dat belastingtijdvak op het moment dat de op 1 januari 2017 lopende verbruiksperiode eindigt.

5

Deze verordening wordt aangehaald als ‘Verordening afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2017’.

Aldus besloten in de vergadering van de raad van de gemeente Someren,

de raadsgriffier,

J.Laurens Janse-Oostdijk

 

de voorzitter,

A.P.M. Veltman